Inleiding:
Een belangrijk beginsel van het strafrecht is het zogenaamde ‘Ne Bis in Idem’ beginsel. Ne Bis in Idem betekent ‘Niet twee keer voor hetzelfde’ en houdt in dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit mag worden vervolgd. Dit beginsel is te vinden in artikel 68 van het wetboek van strafrecht.
Niet alleen moet er sprake zijn geweest van een vervolging, maar deze moet ook als onherroepelijk worden gezien. Deze vervolging kan een rechterlijke uitspraak zijn, maar ook bijvoorbeeld een strafbeschikking. De eerdere vervolging hoeft niet eens altijd binnen het strafrecht plaats te vinden: ook een bestuurlijke boete wordt gekwalificeerd als een vervolging.
Waar het echter lastiger wordt, is bij het begrip ‘hetzelfde feit’. Een feit is de gedraging waarvoor iemand wordt vervolgd.
Wanneer is iets “hetzelfde feit”?
Wat wordt dan gezien als hetzelfde ‘feit’? Hier zit zowel een juridische als een feitelijke dimensie aan. De gedraging waarvoor iemand wordt vervolgd moet ongeveer hetzelfde zijn voordat men kan spreken van dubbele vervolging.
Als iemand op 1 januari diefstal pleegt en daarvoor twee keer voor diefstal wordt vervolgd, dan is het duidelijk dat hier sprake is van een dubbele vervolging. Dit wordt lastiger wanneer iemand een delict pleegt dat juridisch als meerdere feiten kan worden gekwalificeerd, of wanneer iemand kort achtereenvolgend meerdere delicten pleegt. De vraag die hier dan kan spelen is of er steeds sprake is van een nieuw delict, of wordt het oude delict voortgezet?
Feitelijke dimensie
Er kan pas sprake zijn van een dubbele vervolging als er sprake is van hetzelfde feitencomplex. Dit is afhankelijk van de aard, plaats, tijd, en omstandigheden van de gedraging. Als iemand dus voor diefstal in Almelo op 1 januari wordt vervolgd, maar ook voor diefstal in Heerhugowaard op 1 november, zal het onwaarschijnlijk zijn dat er sprake is van hetzelfde feitencomplex. In dit geval is er wel sprake dat er twee keer wordt vervold voor juridisch hetzelfde delict, namelijk diefstal.
Als het feitencomplex niet hetzelfde is kan er al geen sprake meer zijn van een schending van het Ne Bis in Idem beginsel.
Juridische dimensie
Zoals eerder gezegd, kan een feit voldoen aan de definitie van meerdere delicten. In deze gevallen is de vraag: welk rechtsgoed wordt door de juridische norm beschermd? Het klassieke voorbeeld is hier de uitspraak ‘Emmense brommenfiets’ uit 1961. In deze uitspraak kon iemand die onder de invloed van alcohol op zijn bromfiets reedt worden vervolgd voor openbaar dronkenschap en rijden onder dronkenschap. Alhoewel het hier om dezelfde gedraging gaat, worden verschillende belangen beschermd. Openbaar dronkenschap zag op het beschermen van de openbare orde, terwijl het verbod van rijden onder dronkenschap ziet op de verkeersveiligheid.
Ondanks dat er sprake is van een identiek feitencomplex, is hier dus nog steeds geen sprake van een schending van het Ne Bis in Idem beginsel.
Conclusie
Er zijn twee dimensies waaraan moet zijn voldaan wil men spreken van hetzelfde feit en daarmee een schending van het Ne Bis in Idem beginsel. Ten eerste moet het gaan om hetzelfde feitencomplex, het moet dus gaan om feitelijk dezelfde gedraging. Ten tweede moeten de bepalingen waartegen wordt vervolgd hetzelfde, of een vergelijkbaar belang beschermen.
Pas als aan deze twee voorwaarden is voldaan, kan er sprake zijn van hetzelfde feit en daarmee mogelijk een schending van het Ne Bis in Idem beginsel.
Geschreven door Antsje Alma